“Zijn naam draagt de stilte van Reichswald, maar spreekt in eeuwigheid.”
Lorne Smith Christman werd geboren op 28 augustus 1917 in Orillia, Ontario, als enig kind van Otto Lorne en Alice Christman, die in 1912 in Guelph waren getrouwd. Hij groeide op in een hechte familie en werkte als bankbediende voordat hij zich in 1940 bij de Royal Canadian Air Force meldde. Kort na zijn indiensttreding stelde hij zijn testament op, waarin hij zijn moeder Alice als erfgename en executeur aanwees, een teken van zijn verantwoordelijkheidsgevoel en zorg voor zijn ouders.
Op 5 juli 1941 vertrok hij als navigator met zijn bemanning in een Handley Page Hampden‑bommenwerper vanuit RAF Coningsby voor een nachtelijke missie naar Dortmund. Het toestel werd boven Hervest bij Dorsten neergeschoten en niemand van de vier bemanningsleden overleefde. Lorne was slechts drieëntwintig jaar oud. Aanvankelijk werd hij samen met zijn bemanning begraven in Dorsten, maar in 1948 volgde herbegraving op het Reichswald Forest War Cemetery, waar hij rust in Plot 17, Row B, Grave 18. Zijn bemanningsleden Brownbill, Linley en Morse liggen in aangrenzende graven. Op zijn grafsteen staat een inscriptie van zijn ouders: “We thank Thee, O Lord, for the honor of being mother and father of Lorne for evermore.”
Hij werd postuum onderscheiden met onder meer de 1939–45 Star, de Atlantic Star, de Canadian Volunteer Service Medal en de War Service Gratuity. Zijn persoonlijke bezittingen, waaronder uniformstukken, fotoalbums, camera’s, brieven, een bijbel en kleine persoonlijke voorwerpen, werden teruggestuurd naar zijn ouders in Orillia. Zij verloren hun enige zoon en leefden verder met zijn herinneringen en nalatenschap. Zijn moeder Alice overleed in 1956 en zijn vader Otto in 1963. Hun inscriptie op zijn grafsteen getuigt van blijvende liefde en trots, zodat Lorne’s naam en verhaal voortleven en niet vergeten worden.
Lorne Smith Christman was born on August 28, 1917, in Orillia, Ontario, the only child of Otto Lorne and Alice Christman, who had married in Guelph in 1912. He grew up in a close-knit family and worked as a bank teller before enlisting in the Royal Canadian Air Force in 1940. Shortly after joining, he drew up his will, naming his mother Alice as heir and executrix—a sign of his sense of responsibility and care for his parents.
On July 5, 1941, he departed as navigator with his crew in a Handley Page Hampden bomber from RAF Coningsby for a night mission to Dortmund. The aircraft was shot down over Hervest near Dorsten, and none of the four crew members survived. Lorne was only twenty-three years old. Initially, he and his crew were buried in Dorsten, but in 1948 they were reinterred at Reichswald Forest War Cemetery, where he rests in Plot 17, Row B, Grave 18. His crew members Brownbill, Linley, and Morse lie in adjacent graves. On his headstone is an inscription from his parents: “We thank Thee, O Lord, for the honor of being mother and father of Lorne for evermore.”
He was posthumously awarded the 1939–45 Star, the Atlantic Star, the Canadian Volunteer Service Medal, and the War Service Gratuity. His personal belongings—including uniform items, photo albums, cameras, letters, a Bible, and small personal effects—were returned to his parents in Orillia. They lost their only son and lived on with his memories and legacy. His mother Alice passed away in 1956 and his father Otto in 1963. Their inscription on his headstone bears witness to enduring love and pride, ensuring that Lorne’s name and story live on and will not be forgotten.